We waren nog niet goed wakker. De gordijnen waren nog dicht en onze ogen nog niet gewend aan het licht. We zetten het brood op de tafel en zetten het koffie-aparaat aan.
'Hoh, zwaailichten voor onze deur !', mompelde het liefje.
Als 'man des huizes' trok hij de gordijnen open en zag twee wagens voor ons huis. Twee mannen in fluo-kleren namen er hun bekende positie in : de ene met spade aan het werk, de andere leunend op een spade.
Ze waren een put aan het delven. Een diepe put van minstens een meter.
'Oei, onze kabels !'. Het volume bij het liefje was al gestegen. Ik dacht vooral aan onze pas aangelegde voortuin : daar werd plots een grote hoop aarde gedeponeerd.
Het liefje ging uitleg vragen. "We graven een put" (alsof we dat nog niet wisten), want er moet een intelligent 30km bord komen. Volgende week komt de paal.
Dus ligt er tussen het fietspad en onze voortuin een diepe put. Straks is het terug school en passeren de kleintjes met hun boekentassen en de moeders met hun buggies. De put is niet afgedekt. Straks rijden wij er met onze fiets of auto in, kan allemaal gebeuren.
Ondertussen is het gaan regenen en is de put behoorlijk modderig. Ons tuintje ziet er wééral uit alsof we aan het verbouwen zijn (en dat zijn we nu eens NIET !).
Mooie planning is dat, van de gemeente. Mooie preventie-adviseur moeten ze daar hebben. Een open put op 500 m van de schoolpoort ! Minstens een week lang !
Liefje kon het niet aanzien en bedekte de put met paletten. Iemand moet toch ...
(sterk dat er bij Lien een gelijkaardig verhaal staat !)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten