Vele van mijn reizen heb ik alleen gemaakt. Ook de grote in Azie. En dus ook dit kleintje. Vorig jaar in India en Nepal was ik bij een groep. Een vrij losse evenwel, want het principe van Koning Aap is enkel vervoer en logies, de rest moet je zelf weten. Maar het was al genoeg om te weten dat ik liever alleen reis.
Soms vraag ik mij af of het een afwijking is : de behoefte om alleen te reizen. Maar goed, ook dezer dagen geniet ik van het alleen zijn. Misschien omdat ik het anders zelden ben en is dat op z'n tijd wel es luxe.
Alleen op reis - waar ook - voel ik mij zo licht als een veertje. Het lukt mij zonder problemen om te versmelten in het land en alles wat er rond mij gebeurt. Mindfullness of zo noemen ze dat zeker, en dat zou wel kunnen, want ik heb immers geen zorgen of bekommernissen, ik moet alleen maar 'zijn' en aangezien - even filosoferen - ik niet niet kan zijn, resulteert dit in het gevoel zo licht als een veertje te zijn en totaal zorgeloos ook.
Zo heb ik van slenteren en zwerven een tweede natuur gemaakt. Ik kom buiten in het hotel, neem al dan niet een metro en stap lukraak ergens uit. We zien wel waar we uitkomen. Soms speel ik spelletjes met de huizenblokken : 2 naar het noorden, 2 naar het westen, 2 naar het noorden, eentje oostwaarts. Dan maak ik door mijn wandelgangen tekeningetjes in de stad. Ik kom daardoor op onvermoede plaatsen en wijd ik mij meteen aan mijn geliefde hobby : bankjes zitten. Soms ga ik al eens een gesprek aan met iemand of iemand anders doet dat met mij. Een alleenzaat die een half uur op een bank zit roept blijkbaar vragen op, of boezemt vertrouwen in. Kinderen bijvoorbeeld. Die spelen en blijven plots voor je staan en kijken je aan alsof ze iets nieuws ontdekt hebben. Dan trek ik een gekke snoet. Het voordeel van vrouw te zijn natuurlijk, want de moeders kijken me vriendelijk aan en beginnen soms een praatje.
Eergisteren werd er gedanst op straat. Het waren oudere mensen en een paar muzikanten. Ze walsten. Ze hadden meteen een respectvol publiek. Ik stond ook te kijken, tot een man, die wel de tweelingsbroer van Toots Tielemans kon zijn, me bij de arm nam en uitnodigde om mee te walsen. Een prachtige trage stijlvolle dans. Alleen heb ik er niet veel van gebakken, op uitzondering van veel glimlachen om zoveel gebrek aan stijl van mijn kant natuurlijk.
Vandaag is het echter al mijn laatste dag in Barcelona. Dit reisje was een soort troostreisje omdat ik uiteindelijk niet naar Iran vertrokken ben. Manlief is thuis en amuseert zich kostelijk. De berichten die ik van hem hoor zijn allemaal o zo boyish dat het aandoenlijk is : dat hij vissen gekocht heeft ! En een aquarium ! En dat hij buiten aan het boren en kloppen is (wat breekt hij af ?). En dat hij nieuwe gerechten uitprobeert. Dat hij bij La Mama is blijven kletsen. En dat de vakantiedagen allemaal te kort zijn !
Liefje en reizen gaan niet zo goed samen. Zo zijn we deze vakantie een paar daagjes op citytrip geweest en hield hij het na een overigens schitterende dag, al voor gezien. Figuurlijk. Want hij bleef nog de overige dagen voor mij. 'Ik kijk wel naar de Tour hier, ga jij maar lekker in de stad'. Het bed was te klein, de kamer te horig, het eten te saai. Het was kortom : niet thuis. Want mijn lief is een huisduifje.
"Maar ik mis je wel hoor", zegt hij aan het eind van het gesprek. "Ik ook", zeg ik, en ben blij dat hij zo goed klinkt.