Het is nu bijna middernacht en ik ben nu pas gewassen. Het was toch weerom een drukke dag vandaag ook al heb ik voor een minder druk programma gekozen dan enkele anderen. Vandaag ben ik opgetrokken met een klein groepje. Sommigen zijn ontzettend goed in onderhandelen en hebben weinig schrik, ik was dus blij dat zij de riksja wilden regelen.
We zijn naar Amber geweest en naar een fort daar in de buurt. Het leek wel of ik opnieuw bij de Chinese muur stond ! Zelfs ik zou mij bij de foto’s vergissen, ik zou het alleen maar weten omdat ik het soort steen ken en omdat de Chinese muur ouder is. Ook had deze muur aan een kant een hoge muur (het is in feite een groot pad dat een muur vormt) omdat de concubines ongezien zouden kunnen vluchten. Sommige van die maharadja’s hadden wel meer dan 100 concubines.
We hebben een klein uur over de klim gedaan en het was echt een sportieve inspanning. Ik vond dat heel fijn omdat het zeer rustig was. Indiërs doen een dergelijke klim niet en we hadden een prachtig uitzicht op de natuur en het waterpaleis. Bovenal was het zeer rustig.
Nadien zijn we terug beneden een dorp gaan bezoeken. Vuil vuil en nog eens vuil. Er zat een klein meisje voortdurend aan mij te prullen. Ze zat voordurend aan mij en zat met haar handen in mijn tas. Dat heeft zo’n half uur geduurd, ze bleef ons volgen en aanraken en op een moment had ik er schoon genoeg van. Kinderen doen dat hier vaak, ze proberen van alles. Ze trekken aan je haar en zijn erger dan de aapjes. Ik vind het, net als de anderen vervelend maar gelukkig bezwaart het mijn geweten niet. Armoede is geen reden om te stelen.
Daarna zijn we met de riksja teruggekeerd. Gelukkig bood nu opnieuw een man aan om in de koffer te zitten. We reden langs een andere weg. De riolen zijn hier open en alles is vies en vuil. In diezelfde riolen voor de straat baden de varkens zich. Tel dat op met de koeien die hier vrij rondlopen, en de geiten en het wordt natuurlijk een boeltje. Mijn reisgenoten zeggen me dat het dikwijls stinkt. Gelukkig is mijn reukorgaan niet goed ontwikkeld en ruik ik het bij wijze van spreken pas als ik er met mijn neus boven sta.
Soms gebeurt het dat mensen de vlaaien van de koeien oprapen. Dat doen ze niet om schoon te maken maar omdat ze die willen drogen om dan weer verder te gebruiken.
We zijn ook in een miniem kleine tempel geweest en ik zou er mijn boeken moeten op na slaan om te zien welke god het was. Het is nogal een wirwar. Het was een kleine tempel zo groot als mijn bureau en binnen hing een fel gekleurde afbeelding van een god met uitstekende ogen. Vooraan zat een man te reciteren uit een gebedsboek. Omdat het zo ontzettend donker was denk ik dat het iets te maken had met de aard van de god zelf. Ik geloof niet dat het echt koosjer was, hun godsdienst lijkt hier overigens heel erg verweven met allerlei bijgeloof. De uitpuilende ogen beloofden trouwens ook niet veel goeds. Ik was niet eens echt op mijn gemak, enerzijds omdat “het doorzettende meisje” nog altijd overal aan mij zat maar ook omdat ik op mijn blote voeten was en gezien de smerigheid ik al de vreemdste ziektetaferelen voor mij zag.
Mijn medereizigers, die allemaal wereldreizen achter de rug hebben, weten genoeg verhalen te vertellen van infecties en ziektes (ook langs wondjes op de voeten) dat je gewoon altijd gesloten schoenen zou aandoen !
Over de middag heb ik een sterke kop heerlijke thee gedronken (gekookt, lijkt mij veilig) en een soort pannenkoeken, naan. Het geheel kostte 13 roepies.
In de vooravond zijn we naar een film geweest. Dat was een hele gebeurtenis. Vooreerst was het een imposant gebouw. Mij leek het over te lopen van de kitch (roze kleurtjes) en uit de Barbiewereld maar ik vond Marc’s omschrijving nog beter : een sobere disney. De zaal was groter dan eender welke zaal ik ooit bezocht heb. Je kon de banken vooruitschuiven en je kreeg een aangewezen plaats. Voor de film begon kregen we een soort promotiefilm over Rajastan te zien. Wellicht werd die veel gedraaid, want niemand volgde die nog. Ik vond hem bijzonder mooi en begrijp de bedoeling : mensen laten zien hoe rijk hun cultuur is. Wat toen kwam was iets totaal anders. Het verhaal ging over een jonge Indische man in Canada die aanvankelijk geen succes had tot hij een meisje ontmoette. De film was zeemzoet, zo zoet kennen wij dat niet. Hij verkocht ook dromen en naar verluidt is dit meteen het typische recept van een Bollywood film. Dergelijke films zijn ook altijd halve musicals, want er wordt altijd in gedanst en gezongen. Hilde, een arts in ons midden, was ronduit geschockeerd om de inhoud van de film. De droomwereld was duidelijk het westen en problemen werden op magische of toevallige manier opgelost. Het niveau was bedroevend laag, zelfs wij hadden geen enkel probleem om de film te volgen. Hij zat ook vol stereotypes. De Indiërs zijn er echt dol op, er wordt volop gelachen maar ook echt geapplaudisseerd bij sommige scènes.
Na de pauze viel de groep in kleine groepjes. Sommigen wouden het vervolg zien, anderen gingen in kleine groep, zoals ik, op restaurant. Ik had al uitgerekend dat ik nog later thuis zou zijn als ik nog anderhalf uur flim zou zien en dan nog op restaurant zou gaan.
Omdat ik hier echt te weinig eet besloot ik om eens diep in mijn beugel te tasten en goed te eten. Ik koos een Royal Talli. Een talli is een grote zilveren ronde plateau met allerlei kleine zilveren kommetjes op met verschillende gerechten. Ik kreeg er ook 2 zoete bij, ik veronderstel dat dat het dessert was, al eten de Indiërs het misschien door elkaar. Ik kreeg er naan bij. Met die naan (soort harde pannenkoeken) moet je in die potjes je eten scheppen. Het is een beetje zoals wij met durido’s (of hoe heet dat) doen. Ik vond het heel lekker maar ook zeer erg spicy. Het was allemaal vegetarisch. Opnieuw heb ik niet veel gegeten. Misschien komt het door de warmte, ofwel door de kruiden. Ik neem mij voor om toch wat meer te proberen te eten en indien het niet lukt mijn petit beurs aan te spreken. Deze morgen had ik ook al niet veel gegeten omdat er gewoonweg niet veel tijd was.
Morgen, dinsdag, vertrekken we richting Agra met een tussenstop in …. Een dode stad. Ik ben de naam kwijt. We zouden met een beetje geluk rond half drie in Agra zijn, maar daar geloof ik niet veel van. Ons hotel ligt … op anderhalve kilometer van de Taj Mahal en daar ben ik wel heel blij om. Wij gaan er overmorgen, heel vroeg in de ochtend, naar zien. Overmorgenavond nemen we dan de nachttrein naar Varanasi.