In het boek "
Een leven in boeken" vertellen mensen welke boeken hen zijn bijgebleven. Hugo Matthysen begint bij zijn kindertijd. Het deed me denken aan mijn geschiedenis met boeken. De toegang tot boeken is altijd
gemakkelijk geweest. Ik kreeg als kind gemakkelijk boeken, moest daar totaal niet moeilijk over doen. Mijn ouders zullen het wel deels uit pedagogische overwegingen gedaan hebben, maar de praktische voordelen van een kind met boeken moeten veel sterker hebben doorgewegen, anders had ik er nooit zoveel gekregen. Het praktische voordeel hoorde ik mijn moeder aan andere volwassenen vertellen. "Geef ons Kaatje een boek en je hoort ze niet meer". Met vijf kinderen en een Kaatje dat een tatertalent bleek te zijn kan ik best begrijpen dat ze het thuis een handige manier vonden om wat meer rust in huis te hebben. Later ontdekte ik de bibliotheek. Ik mocht er vanaf het derde leerjaar de fietsrit alleen doen, 3 kilometer heen en terug, en voelde me als een piraat die altijd met schatten terugkwam. Controle op wat ik las is er nooit geweest, dus kon ik eender wat lezen.
Maar goed, hier komt het lijstje van "5 boeken van mijn leven".
Toen ik in het
eerste leerjaar zat moest ik naar het ziekenhuis omwille van ontstoken amandelen. Ik herinner me van die periode vooral veel cadeautjes, maar ook een groot boek van Richard Scarry. Het boek was groter dan een A3 formaat en had een thema per 2 bladzijden. Zo herinner ik mij zoiets als 'de brandweer', of 'de boerderij'. Ik vond het prachtige tekeningen en je kon er blijven naar kijken. De (dieren-)personages kwamen altijd terug.
De boeken zijn ondertussen verloren gegaan maar het kostte me maar 10 minuten zoekwerk op internet om het boek toch terug te vinden. Ik wist dat het oorspronkelijke boek in het Engels was en met het intikken van 'childrens bok' en 1974 vond ik het redelijk snel. Ik overweeg zelfs om het te bestellen, want zelfs in het Nederlands bestaan deze boeken (het is een hele reeks) nog altijd. Of ze pedagogisch zo verantwoord zijn weet ik niet.
Het tweede boek was een kinderbijbel. Het was een hele reeks blauwe boeken met grote prenten die ik in de bibliotheek haalde. Ik zou ze herkennen als ik ze zag, maar vind het niet terug op internet. Ik moet ongeveer 10 jaar geweest zijn, ik bleef maar delen van die bijbel meesleuren naar huis. In die kinderbijbel stonden heel wat sterke verhalen en op die leeftijd (
vijfde leerjaar) wou ik, zoals dikwijls typisch is - een wondermooie wereld waarin iedereen goed was en lief. Een god die voor alles zorgde maakte het plaatje compleet. Mooie herinneringen heb ik eraan.
Voor zover mijn herinnering terug kan gaan herinner ik mij van die periode ook volgend reeksen :
De Olijke Tweeling ,
De Vijf en
Nancy Drew. Dat waren niet zo'n goede boeken denk ik nu, maar wel te vinden in iedere supermarkt, wat wellicht veel verklaart !
In het secundair onderwijs werd ons eindelijk literatuur aangeboden, de boekenlijst ! Ik las toen veel boeken die uitgeven werden door uitgeverij Lannoo. Er was een boek dat heel populair was onder de meisjes
'Leven overleven' van
Gie Laenen. Ik heb het ook gelezen maar vond er niets aan. Ik las ook de boektoppers van uitgeverij Averbode, maar ook hier is niets echt blijven hangen.
In het
vierde middelbaar werd ik lid van een poëzieclub en werd ik hevige fan van
Hans Lodeizen. Ik schreef er zelfs gedichten over !
In datzelfde jaar leerde ik ook
Etty Hillesum kennen en zij hoort wel op het lijstje 'boeken van mijn leven'. Haar dagboeknotities, gebundeld in 'het verstoorde leven' pastten me als een op maat gemaakt kleedje. Haar dagboek is geschreven tijdens de tweede wereldoorlog, toen zij als joodse vrouw moest onderduiken. Haar leven bestaat uit boeken en literatuur (Rilke) en beperkt zich tot een kleine kring van mensen en haar bureautje waar ze leest en schrijft. Zo'n leven van lezen en schrijven heb ik lang gekoesterd, en zeker op m'n 16de. Die grote wereld hoefde niet, ik wou en kon net als haar leven op mijn kamertje, omringd met boeken en een paar goede vrienden met wie ik dan 'grote gedachten' uitwisselde.
Tijdens mijn
studententijd in Gent en Leuven zijn me twee boeken bijgebleven die bijna uit elkaar vallen omdat ik ze meermaals gelezen heb en er tal van aantekeningen in gemaakt heb.
Het eerste is een biografie van
Simone de Beauvoir, de bloei van het leven. de Beauvoir zou wellicht korte metten gemaakt hebben met Hillesum. Als Hillesum in een kleine wereld leefde waarin de gedacht bijna belangrijker was dan de daad, dan was het bij de Beauvoir wel het omgekeerde. Van de Beauvoir herinner ik mij de gedachten : je wordt niet als vrouw geboren, je wordt vrouw gemaakt. Of toch iets in die zin waarmee ze bedoelde dat de maatschappij vrouwen in een bepaalde rol duwt. Door haar leerde ik het feminisme kennen maar ook het (politiek) activisme. Later las ik Le deuxième sexe van haar, lang de bijbel van het feminisme, ... maar dat vond ik toen al sterk overdreven. Maar goed, ze had het boek in 1949 geschreven en ondertussen zat ik al in de 80er jaren ! de Beauvoir bracht mij ook liefde voor schrijven mee, net als Hillesum, maar op een heel ander niveau. de Beauvoir was een filosofe en haar taal was ontzettend goed verzorgd. Door haar leerde ik ook
Sartre kennen, en lang heb ik gedweept met de intro van La Nausée.
Even sterk, en misschien het sterkste boek 'van mijn leven' zijn De
Gebroeders Karamazov van F. Dostojewksi. Ook dit boek ligt aan flarden en is gelezen en herlezen. Wanneer ik het lijstje boeken bekijk, dan zit er echt wel evolutie in. De boeken van Richard Scarry waren deze van een perfecte, kinderlijke wereld. Met de bijbelverhalen wist ik al dat er iets niet klopte maar hoopte toch nog dat alles uiteindelijk goed zou komen als we maar genoeg ons best zouden doen. Hillesum was in zekere zin een afkeren van de wereld en kiezen voor innerlijkheid, het leven in boeken en gedachten. Bij de Beauvoir werd de richting omgekeerd : er was/is van alles mis en de wereld moet revolutionair hervormd worden !
Uiteindelijk kwam ik terecht bij De Gebroeders Karamazov en als daar over de rauwheid van het leven maar ook over de liefde. Over de aandacht en tederheid van kleine dingen maar ook moord en schuld. Wat ik bij 'de gebroeders' zo goed vond was dat Dostojewski daar mensen tekende in al hun grootheid en kleinheid. Er zaten heiligen en moordenaars bij, van alles, maar op een of andere manier kon je voor alle personages begrip opbrengen. Als ik een top 5 zou moeten maken, zou deze met stip op nummer 1 staan !
Ik ben wel eens benieuwd naar andere lijstjes. Zoals die van
Michel,
Bruno,
Lies en
Lien,
Lichtindeduisternis ... Of goed, kies zelf maar of u zo'n blogje wil posten !