Als grote schuldige wijst de schrijfster (Sally Koslow) uiteraard naar de barre economische situatie, maar vooral naar zichzelf en de andere babyboomouders. Naar de generatie die geen autoriteit aanvaardde en er nu ook geen wil uitoefenen. De ouders die de goedkeuring van hun kinderen nastreven, en liever de beste vriend zijn dan de boeman. Ze hebben hun nakomelingen verwend met alle beste bedoelingen. Hun kinderen kregen privéleraars en therapeuten om hen voor te bereiden op de echte wereld. Maar ze moesten nooit de wasmachine aanzetten of de tafel dekken. Ze kregen computerspelletjes en dvd's omdat hun ouders zo hard werkten, maar zelf moesten ze amper iets doen. (...)
Ik zie het dagelijks en het is punt van veel discussie. De beste bedoelingen, echt waar. Maar soms ook ronduit zielig, 'ouders die de goedkeuring van hun kinderen nastreven', en kinderen die dat zeer goed weten.
Geen verwijt aan die kinderen trouwens. Ze weten niet beter. Of zoals ik het uit de mond van een 18-jarige hoorde : waarom zou je met de fiets naar school rijden als je ouders je elke dag willen voeren ?