Verbazing worstelt met afschuw in de stem van Koen.
"Naar Iran ?"
Hij bekijkt me alsof ik iets obsceens in zijn oor gefluisterd heb. Hij spuwt het woord Iran uit als een hinderlijk insect op zijn tong.
"Wat ga je in hemelsnaam in Iran zoeken ?" (...)
"Iran is wel het land waar fanatieke moslimfundamentalisten de schrijver dan De Duivelsverzen ter dood veroordelen zonder het boek gelezen te hebben."
Zoals altijd wanneer de kwestie Salman Rushdie in mijn geest opduikt voel ik me beschaamd over de al te gemakzuchtige, om niet te zeggen laffe houding die westerse politici op de eerste, westerlijke intellectuelen op de tweede, westerse schrijvers op de derde en ikzelf op de vierde plaats in die kwestie hebben ingenomen. En nog innemen, de fatwa is nog niet herroepen. Koen ziet dat hij scoort. (...)
Joke mengt zich in het gesprek.
"Stel dat je daar ziek wordt. hebben ze daar goede dokters, ziekenhuizen, geneesmiddelen ? Een beetje fatsoenlijke wegen ? Hotels ? Is er openbaar vervoer ?"
Ik heb er geen flauw benul van. Ik voel me verplicht om mijn reisbestemming te verdedigen.
"Iran is geen derdewereldland," zeg ik, "Het heeft aardolie, dus petrodollars. Natuurlijk hebben ze daar goede wegen. Olie, dus asfalt, toch ?"
"Zijn die mensen een beetje vriendelijk voor rugzaktoeristen ?"
"Nogal, ja"
Ik weet het eigenlijk niet.
Mensen die met een groepsreis Iran bezochten vertellen me dat de doorsnee Iraniër uitgesproken vriendelijk tegen vreemdelingen is. Maar ik reis alleen".
Gaston Van Camp, tussen gratie en gruwel.
Het fragmentje zou zou door mij geschreven kunnen zijn. Ook ik ontmoet steeds meer mensen die zich afvragen wat ik in hemelsnaam in Iran ga doen. Ik ga al evenmin in groep reizen, maar met zus en vriendin. Evengoed met een rugzak.
Ik zou alleen bij de laatste regel nog iets toevoegen. "Maar wij reizen alleen. En wij zijn vrouwen".
Voorlopig gaat alles nog netjes door. We volgen het nieuws zo goed als we kunnen. Met spanning en avontuurlijke blik. En toch ook al met bezorgdheid voor het land. Bij iedere reisbestemming begin ik toch sympathie voor het volk te krijgen. Geen uitgesproken meningen, want ik ben geen Iranees en het is onmogelijk om de dingen door hun ogen te zien. Maar wel : met sympathie. Dat het hen goed gaat. En dan denk ik aan de vele mensen die we zullen ontmoeten : de mensen op de trein, de mensen aan de kraampjes, de man aan het loket met de ticketjes. Zeg maar : de gewone mensen. Dat zijn tenslotte de boeiendste.
3 opmerkingen:
Ik ben zo benieuwd naar je verhaal. Zo avontuurlijk ben ik niet maar ik vind het fantastisch om te volgen bij anderen.
Ik vind het ook wel spannend. Ik hoop dat het snel wat rustiger wordt in Iran zodat je met een iet of wat gerust hart kan vertrekken (en de achterban ook wat gerust kan achterblijven).
Misschien lees je ook http://www.portraitsofasia.be/, zo niet zeer interessante info!!!
Een reactie posten