Ik ben je niet vergeten. Net zoals onze trouwdag niet. We waren jong, heel jong, en vol goede dromen. Kinderen, ons steentje bijdragen tot een betere wereld, veel volk in ons leven. Volk van allerlei slag en aard. Want jij deed als student vrijwilligerswerk in een opvangtehuis. Jij had je diploma filosofie op zak maar vond dat er zoveel gezeverd werd en zo weinig gedaan.
En toen was je weg.
We waren geen jaar getrouwd. Zomaar. Ik werd weduwe. Maar veel meer nog wees. Thuis was nergens. Ook de tijd verdween. Geen plaats en geen tijd. Of overal thuis en juist nergens. Want nergens moeten zijn. Niets moeten doen. Geen doel.
Ik heb je foto hier voor me. Wat ben je jong.
Hoe zou je er nu uitgezien hebben ? Hoe zouden wij er uit gezien hebben ?
Soms vertel ik nog wel anecdotes over jou. Zoals vandaag nog. En over je - ook al overleden - vader. Zij kennen jou niet, hebben jou nooit gezien. Maar door mijn verhalen heen voelen ze mijn hart kloppen voor jou.
En ook het jouwe.
In mijn hart sterf je nooit.
4 opmerkingen:
Hier word ik helemaal stil van. Vreemd hoe erg het me raakt, ook al ken ik je eigenlijk niet. Dat moet ongelofelijk zwaar voor jou geweest zijn, zo plots iemand zo jong nog verliezen.
Je voelt in elk woord de intensiteit van het graag zien...
Wat schrijf je mooi. Ik voel door jouw woorden wat jij voelt, met kippevel op mijn armen en een dikke keel.
Gewoon om te zeggen dat me dit zo diep raakt dat ik hier niks meer kan over zeggen. Lijkt me zo moeilijk, zelf na al die jaren...
Een reactie posten